Onlangs schreef ik een blog over snoozen en of dat nou wel of juist niet goed voor je is. De conclusie bleef een beetje vaag. Daarom dacht ik, dit is handig: een how-to wekker zetten! Ga je een wekker zetten? Let dan hier op:
1: Een wekker zetten? Niet té vroeg
Voor een ochtendqueen als ik een beetje gek om te zeggen. Maar voldoende slaap is uiteindelijk het allerbelangrijkst. Je wekker zetten en (vroeg) opstaan gaat gewoon een stuk makkelijker als je voldoende hebt geslapen.
2: Laat je biologische klok het meeste werk doen
Die biologische klok is verrekte handig want die maakt het makkelijker voor jou om op te staan. Maak dus zoveel mogelijk gebruik van daglicht, bijvoorbeeld door middel van een wake-up light. Kan dit niet? Zet je wekker dan zo, dat je 4-6 x een cyclus van 100 minuten kunt maken.
3: Snoozen: doe wat voor jou het beste werkt
Ik ben er zelf geen voorstander van, maar wil je (nog) niet stoppen met snoozen, dan is het doorlopen van de slaapcycli extra belangrijk. Zorg wel dat you snooze, you lose niet voor jou opgaat! Te laat komen door snoozen is sowieso geen goed idee.
Wil je stoppen met snoozen? Maak het jezelf makkelijker door je biologische ritme het meeste werk te laten doen: zorg voor een vast ritme, voor daglicht in de ochtend en ga op tijd naar bed.
Hoe word jij het liefst gewekt? Durf jij het aan om je biologische klok z’n werk te laten doen? Of is een wekker zetten voor jou een absolute must? Je leert nog meer over de ochtend in mijn energieke ochtend blog met 20 tips!
6 reacties
In het weekend snooze ik nooit, als ik dat doe sta ik te laat op waardoor ik schransbuien krijg.
Als ik een vroege dienst heb met stage zet ik wel mijn wekker (eil niet te laat komen), maar wanneer ik een lesdag heb zet ik geen wekker en kan ik nog even een half uurtje in bed blijven (lang leve een goeie biologische klok!).
Hi Chantal. Oh wel heel fijn dat je een super goede biologische klok hebt!